Niemandsland
De winterkou raast over de poldervlakte. Het weidse uitzicht met in de verte slechts één bomenrij, vormt de kleine onderbreking in het monotone landschap van gras, laag struikgewas en kaarsrechte slotenstelsels.
Andere middelen
Eindelijk weer een visdag, een hele wel te verstaan. In het donker en met een ijzige ochtendvorst vertrek ik zwaar bepakt richting polder. Zo kan ik veranderen van tactiek mocht dat nodig zijn. Sinds mijn bezoekje aan Ids in december afgelopen jaar, ben ik steeds vaker geneigd mijn statische set mee te nemen richting de waterkant. Voor wat afwisseling bij bepaalde water- weersomstandigheden is een back-up hengelset om op een andere manier te vissen echt geen overbodige luxe. Bij het opstellen van het materiaal prik ik mijn drie dwarf’s op verschillende plekken in de zachte bedding van de poldervaart. De kleigrond is door en door nat, doordrenkt van de regen in deze periode. Natuurlijk staat er weer een harde stroming met bijbehorend erwten- bonensoep water. Ik ben het inmiddels wel gewend en het zal deze winter vast niet meer veranderen. Jammer is wel dat doodazen met de dobber op deze manier een stuk onvoorspelbaarder verloopt dan in veel voorgaande winterseizoenen en dit is nou eenmaal mijn favoriete bezigheid in de koudere maanden.
Een snel begin, meestal een langzame voortzetting
Zodra de beetmelders gelinkt zijn met de reciever ga ik een stukje verderop zitten, flink uit de kant. De hoeveelheid snoeken die hier vorige keer uit de kant wegschoten zet aan tot extra voorzichtigheid. Korte stapjes ver uit de kant omdat de bedding nogal meedeint. Wanneer ik in mijn low chair zak bemerk ik de klonten klei onder mijn laarzen. Ik heb zeker twee kilo extra meegezeuld over honderden meters polderbedding, wat een blubberzooi! Als het langzaam licht begint te worden begin ik aan het ontbijt, de aangename wintertemperatuur van twee graden en het opkomende zonnetje zorgen ondertussen voor een smeltende sneeuwlaag en voldoende warmte. Mijn dikke thermo-outfit is zelfs iets ‘to much’ voor deze omstandigheden. Bij de tweede boterham spuugt de reciever zijn typische Delkim geluid uit en begint het witte ledje nerveus te knipperen…. ‘altijd tijdens het eten’. Een mager exemplaar begint het gevecht, wat kunnen poldersnoeken toch sterk zijn.
Statisch of dobber
Waar de omschakeling naar statisch doodazen zijn vruchten afgeworpen heeft in de eerste maand van het nieuwe jaar slaat het deze maand opeens volledig en val ik terug op doodazen met de dobber. Vanwaar deze verandering van azen?, het blijft een raadsel! Misschien is het loskomende bodem sediment de boosdoener, een fenomeen wat tijdens de intrede van het voorjaar opspeelt en mijn aasvis overschaduwd met drap. Ook vandaag loop ik de vaartjes weer af in het achterland. Dit keer geen sneeuw maar een stalend zonnetje met een middagtemperatuur tegen de nul graden Celsius.
De laatste snoeken die ik hier gevangen heb waren allemaal nog vrij mager en de paai lijkt nog ver weg. Na een uurtje langs de kanten lopen zie ik vanuit mijn ooghoek dat mijn linker dobber verdwenen is, het moet in een oogwenk zijn gebeurt want net dobberde bij daar nog aan de oppervlakte. Vlug sla ik aan en een snoek van ruim over de meter begint haar gevecht, een puntgaaf exemplaar. Daarna volgen er de nodige magere scharminkels en ben ik wel weer klaar met deze plek.
Niemandsland
De serie snoeken vanuit dit polderstelsel is in de afgelopen jaren serieuze nummers gaan aannemen en velen passeren de meter. Alleen gezien de hoeveelheid belopen plekken met achterlating van rotzooi en vismateriaal, is het de vraag hoelang dit mijn niemandsland blijft. Ik ben er in elk geval allang niet meer alleen. Volgende keer trek ik toch nog maar een stukje dieper de polder in.
Tags: angling, carpcityquest, CCQ, deadbait, deadbaitfishing, delkim, Esox lucius, fishing, float, hecht, low chair, Netherlands, Northern pike, pike, predator, roofvissen, snoek, vissen, winter fishing