Karpervissen to the max

Jong

Van jongs af aan ben ik geboeid door de wereld van de hengelsport. Het magische onderwater leven waar wij geen vat op lijken te krijgen vormt de leidraad van mijn belevenissen. De voorbereidingen, het bezig zijn in de natuur, het vangen, het er over schrijven en het fotograferen. Het zijn stuk voor stuk onderdelen die bijdragen aan steeds weer een nieuw avontuur.

 


Jeugdherinneringen
Als de dag van gisteren herinner ik mij mijn eerste bamboe hengel. Een lompe pook uit drie delen en toen ik Alvar-1er mijn allereerste brasem mee ving, werd het opeens een ‘magische staf’. Die´magische staf´ belandde uiteindelijk luid krakend tussen de spaken van het voorwiel van mijn vaders opoe-fiets, net nadat we de Blauwe Vecht brug bij Weesp gepasseerd hadden. Dat was het begin van één van onze vele vistochtjes naar de Vecht en omstreken. De bamboe drie deel werd een zes deel en met de nodige stukken vlassig touw er omheen geknoopt, kwamen er toch een aantal mooie rietvoorns naar boven. De vecht zat toen nog stampvol met een grote variëteit aan vissoorten, een echte weelde. We huurden er altijd ons bootje bij de botenverhuur van eetcafé Polletje. Polletje was meer een soort van veredelde soos voor barhangende aangeschoten ‘vissers’ dan een regulier eetcafé. Het harde drankgelag en de overvloed aan monster visfoto’s en viswedstrijd formulieren waar de muren van dit bruin café mee behangen waren, waren hier de bewijzen van. Polletje is tegenwoordig Thais restaurant ‘Thai Faa Faet’. De blauwe rookwalmen van weleer van sigaar- en pijprokende stamgasten hangen er niet meer en alles wat met hengelsport te maken heeft, is verdwenen. Al las ik ergens dat je er nog wel bootjes kunt huren. Vanaf het vroegere eetcafé roeiden wij schuin naar de overkant van de Vecht en zochten daar de rietplasjes en lelievelden op om er ons houten roeibootje tussen te leggen. Dan werden de houten palen in de zachte modderbodem geduwd en bleef onze roeiboot de hele dag meedeinen op de vele golfjes van voorbijvarende plezierjachten. Dat deinen ging ’s avonds in bed de hele nacht verder waardoor ik altijd heerlijk sliep na zo’n visdag.

 

Jong-CCQ-5Grote ogen in Polletje
Na afloop van die bewuste bootdag herinner ik mij de afkeurende blikken van de lokale snoekbaars vissers aan de bar in ‘Polletje’, die ons visgerei met ‘grote’ ogen inspecteerden. Slechts twee bamboe hengeltjes waarvan één dus met stukjes touw aan elkaar vastgeknoopt, verder een AH tasje en een klein leefnetje. Mijn vader en ik trokken ons er niks van aan en genoten van de patat mayo en kroket op de jaren vijftig bordjes met even zo oud bestek. Het met Perzisch tapijt en brandgaten bedekte donkerbruine eettafeltje uit grootmoeders tijd vormde een decor waarop alles geserveerd werd. Maar wat mij het meest is bijgebleven van vroeger zijn de avontuurlijke fietstochtjes naar mijn opa en oma die in Kortenhoef woonde. Altijd gingen er visspullen mee. Die bewuste tochten liepen vanaf Holendrecht (Amsterdam ZO) waar ik toentertijd woonde, via de Gaasperplas langs de Gaasp, het Amsterdam Rijnkanaal passerend over de Gooilandseweg door Weesp, waar we meestal nog even mijn oom bezochten voor een korte visite en rustpauze. Daarna vervolgden wij onze tocht over de Gooilandseweg en sloegen na de Blauwe Vechtbrug af richting Dammerweg langs de oevers van de Vecht. Uiteindelijk bereikte ik dan al hijgend de sluis bij de Spiegelweg op mijn veel te kleine fietsje en daar begon de tocht door avonturenland, we reden het Googpad op. Aan mijn rechterhand het prachtige heldere water van de zeer diepe Spiegel en Blijkpolder plas aan mijn linker een muur van groen. Daar waar je bij zonnig en windstil weer, karpers, snoeken, brasems en andere witvis rustig boven de met bouwafval volgestorte bodem in het middagzonnetje zag staan en libellen met tientallen om je hoofd heen cirkelden.

 

‘Ankeveense pad’Jong-2
Na een flink stuk fietsen langs de Spiegel en Blijkpolder plas kwamen wij aan bij de magische
afslag naar het Bergse pad, ‘de poort naar de groene wereld’. Ooit was het Bergse Pad een kerkpad tussen Ankeveen en Nederhorst den Berg. De bewoners van het buurtschap de Googh dat aan het pad lag, konden hier flink van profiteren door tol te heffen aan voorbijgangers. Mijn vader noemde het Bergse pad altijd het Ankeveense pad maar dat zal wel iets van vroeger zijn. Dit werd de plek waar mijn eigenlijke passie voor het vissen is begonnen. Het Bergse- of ‘Ankeveense’ pad waar ik op mijn fietsje over het veel te smalle schelpenpaadje croste, mijn visspullen rammelend op de bagagedrager, was een andere wereld. Een wereld waar bijna niemand kwam in die tijd. De wereld van overvloed en natuurgeluiden, verstopt tussen het vele groen. De wereld van oneindige lelievelden, rietsigaren, libellen, lissen, watervogels, oude omgevallen bomen en vissen… veel vissen. Het pad ligt er nog steeds in het midden van het Ankeveensche plassengebied dat ontstaan is uit turfwinning. Geen auto´s hier, wel rust!. Honderden vogelsoorten, overal kraakheldere kreken, sloten en plasjes stampvol vis en zo prachtig groen alsof het een fantasie wereld betrof. Hier beleefde ik mijn avonturen en altijd stopte mijn vader en ik er meermaals om te kijken, luisteren en vissen midden in de natuur.

 

Opa & oma
Via het Stichts End, de Herenweg en de Kwakel kwamen wij uiteindelijk aan bij het bejaarden complex Oudergaarde in Kortenhoef waar mijn opa en oma (toen al flink op leeftijd) een aanleunwoninkje hadden. Oma stond al klaar met soep en broodjes of het nou hartje zomer of winter was. Daar in het knusse aanleunwoninkje stonden de ´typische´ oude mensen spulletjes. De grote hangklok, de piano, de grote leren fauteuil waar mijn opa altijd zijn middagdutje op deed en het aantrekkelijke potje met botersnoepjes waar ik nooit genoeg van kreeg. In de kleine achtertuin stond een tot in de puntjes onderhouden mini fruitgaard, een erfenis uit de tijd dat mijn opa en oma hun grote tuinderij langs de Vecht bestierden met het hele gezin. Maar nog het meest van alles herinner ik mij de wand in de woonkamer die vol hing met uit hout gefiguurzaagde zoetwatervissen, alsof het vangst-trofeeën betrof. Ik keek er altijd gefascineerd naar. Mijn opa was een fanatiek visser en dat was te merken als je het kleine houten schuurtje in stapte naast het huis, overal stonden visspullen. Diezelfde visspulletjes heb ik een aantal jaar later gekregen toen het vissen niet meer lukte voor mijn opa. Veel van zijn visspullen heb ik nog steeds en ze zullen altijd een dierbare herinnering blijven aan hem.

Bergse-pad


Terugweg en tosti’s
Als mijn vader en ik naar Kortenhoef fietsten, moesten we natuurlijk ook weer terug richting Amsterdam om thuis te komen. In de zomer was dat een feest in het najaar een bittere terugtocht waarbij het gedeelte met wind tegen, zo’n twintig kilometer, mij als kind uitputte door het mini-fietsje. Eenmaal thuis en opgewarmd waren er de tosti’s die mijn vader met het gietijzeren tosti-ijzer op de gaspit bakte, hetzelfde tosti ijzer dat anno 2016 weer helemaal hip is op karperbeurzen. Het vissen is nooit uit mijn jeugd verdwenen en de jeugd nooit uit mijn manier van vissen. De herinneringen die ik heb van vroeger draag ik met mij mee en mijn vader en ik hebben besloten deze zomer dezelfde fietsroute opnieuw te fietsen omdat niets mooier is als een klein stukje nostalgie.

 

Wil je het beschreven gebied ook eens bezoeken?
Bekijk de route op: ‘fietsen en wandelen door de historie van Wijdemeren’
tosti-ijzer-CCQ

Alvar-3

Tags: , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,